Aantekening Multi-Pitch

Terug of ga door naar de reddingstechnieken.

Je hebt je misschien wel eens afgevraagd hoe je wanden kunt beklimmen die hoger zijn dan je touw lang is. Je zult deze wanden in meerdere etappes moeten voor- en naklimmen en per touwlengte (engels: pitch) een standplaats moeten maken. Het klimmen van meerdere touwlengtes wordt daarom ook wel multi-pitchen genoemd. In deze cursus leer je om dit handig en veilig te doen. Naast de nieuwe handelingen gebruiken we ook vaker dubbeltouwen, wat dit voor touwen dit zijn en hoe ze te gebruiken behandelen we ook in deze cursus. Als laatste verwachten we, omdat je vaak voor een langere tijd geisoleerd in een route zit, dat je wat zelfredzamer bent. Hiervoor zullen we een aantal reddingstechnieken bespreken.

Touwcommando's en communicatie

zie ook het artikel van het NKBV-kenniscentum

Voor de communicatie tussen de voor- en naklimmer is een aantal touwcommando's vastgesteld. Iedereen gebruikt deze termen en weet ook hun betekenis. Dit bevordert de veiligheid omdat er minder misverstanden door miscommunicatie ontstaan. Dit klinkt overdreven maar vooral als je buiten klimt, kan je elkaar vaak moeilijk verstaan of zien. Met de touwcommando's is de kans het grootste dat je elkaar wel begrijpt. Touwcommando's hebben veelal betrekking op veranderingen tijdens het zekeren.

In de cyclus van het voor- en naklimmen komen de touwcommando's als volgt voor (voor elk commando noem je de naam van je klimmer of zekeraar):

Touwcommando Geroepen door Situatie / actie
Stand! Voorklimmer De voorklimmer is boven en heeft een zelfzekering gemaakt. De naklimmer maakt de zekering los.
Touw in! Naklimmer Het resttouw kan zonder zekering ingehaald worden door de voorklimmer.
Touw uit! Naklimmer Het (naklim)touw staat strak.
Nakomen! Voorklimmer De voorklimmer heeft een zekering gelegd om de naklimmer mee te zekeren.
Ik kom! Naklimmer Bevestiging dat de naklimmer gaat klimmen en gezekerd moet worden.
Overige commando's Geroepen door Situatie / actie
Blok! Klimmer De zekeraar trekt snel het touw strak en blokkeert zodat de klimmer in het touw kan hangen. Het is onzinnig "bloc oke!" te antwoorden, de klimmer voelt vanzelf of het touw strak wordt getrokken.
Steen! Klimmer Bij het vallen van stenen of andere objecten. Doe dit in de taal van het gebied waar je bent. (Stein! / Caillou! / Rock!)

Pas op, touw!

Iedereen Je gaat een abseiltouw naar beneden gooien of gaat een topropetouw doortrekken. Je waarschuwt de mensen om je heen dat er een touw naar beneden gaat vallen. Doe dit wederom in de taal van het gebied waar je bent. (Achtung, Seil! / Attention, corde! / Watch out, rope!)
Touw vrij! Abseilende Het abseiltouw is vrij voor gebruik.

Opbouwen zekeringsketen en standplaats

zie ook het artikel van het NKBV-kenniscentum

Hieronder vind je een driedelige serie over standplaatsbouw van Chris Semmel uit het DAV tijdschrift Panorama verschenen in 2021:

Een Nederlandse vertaling is helaas nog niet beschikbaar, een aantal aandachtspunten:

  • Bouw je stand volgens een vast principe, en hou hierbij rekening met de richting waarin de volgende lengte verder gaat;
  • Bouw je stand op basis van hoe je verder klimt (om-en-om, één persoon klimt alles voor, 2-persoonstouwgroep of 3-persoonstouwgroep);
  • Hang een voorbereide standplaatsslinge met een schroef in de onderste haak en een andere karabiner in de bovenste haak. Bindt de slinge eventueel af met een zaksteek. Klim je om-en-om voor? Dan kun je ook stand met het touw maken;
  • Gebruik bij voorkeur normale schroefkarabiners met keylock-sluiting. Die kun je snel en makkelijk met 1 hand bedienen;
  • Gebruik geen knopen die moeilijk los te maken zijn - dat is zonde van de tijd die je er aan verspilt.;
  • Bouw je stand met een centraal punt waar je de zelfzekering en de zekering voor je naklimmer in hangt;
  • Zeker de naklimmer(s) met de Guide-funcie van je tuber of met een plate (bijv. Kong Gigi).
    • Tip 1: het touwverloop in een dergelijke plate is door de hogere sleuven minder vermoeiend dan bij een tuber.
    • Tip 2: als je met tuber én plate klimt dan kun je als de naklimmer, aangekomen is op de stand, terwijl deze nog in de geblokkeerde plate hangt, gelijk al de tuber inhangen om de naklimmer dadelijk in de volgende lengte te zekeren. Dat scheelt tijd en gehannes;
  • Zorg voor een overzichtelijk touwverloop van het ingehaalde naklimtouw;
  • Blijf flexibel in je handelen. Je zult altijd een afwijkende stand tegenkomen. pas je handelen dan aan de situatie aan waarbij je de standaard als basis gebruikt.

Zekeren op de standplaats

zie ook het artikel van het NKBV-kenniscentum

Naklimmer zekeren over de standplaats

Wanneer je als voorklimmer stand hebt gemaakt wil je je naklimmer gaan zekeren zodat hij ook naar boven kan klimmen, dit doen we altijd over de standplaats nooit over het lichaam. Bij de TSAC hanteren we daarvoor twee manieren, nazekeren met een halve mastworp en nazekeren met een tuberachtig zekerapparaat met blokeerfunctie, zoals een ATC-Guide of Reverso. Het zekeren van een naklimmer met een HMS is redelijk vanzelfsprekend, een tuber wordt echter op een andere manier gebruikt dan in een toprope- of voorklimsituatie. De tuber wordt met behulp van een schroefkarabiner die door het stevige oog wordt gestoken in de standplaats gehangen. Hieropvolgend wordt het touw in de tuber gehangen op dezelfde manier als normaal, het klimtouw boven en het zekertouw onder. Om ervoor te zorgen dat het touw niet uit de tuber schiet wordt er een schroefkarabiner achter de tuber gehangen en dichtgeschroefd. Let erop dat deze karabiner ook altijd door kabel van de tuber wordt geklipt, anders bestaat de mogelijkheid bij dunne touwen dat ze langs elkaar schuiven en de zekerfunctie opheffen.

Nazekeren met een ATC-Guide. Bron: Black Diamond

Zoals je kunt zien drukt het touw van de klimmer op het touw van de zekeraar als de klimmer valt. Dit zorgt ervoor dat de tuber zichzelf blokkeert. Hoewel hij vaak automatisch blokkeert is het geen stand. Zorg er dus voor dat je altijd een hand aan het zekertouw vast hebt. De tuber kan worden gefixeerd door in het zekertouw een knoop te leggen. Als je twee naklimmers hebt is het vaak handiger om te zekeren met een tuber dan met twee HMS'en. Bij het klimmen van traverses kan het dan voorkomen dat beide strengen onder verschillende hoeken de tuber belasten, als deze hoek te groot wordt, blokkeert een van de strengen niet meer, het onderstaande filmpje laat dit goed zien.

Potentieel gevaar bij nazekeren met een tuber.

Wanneer een naklimmer gevallen is, is de tuber geblokkeerd en als de naklimmer wat touw wil hebben moet de tuber ontlast worden. Als het touw niet onder spanning staat, kan dit heel eenvoudig door de karabiner die in het touw hangt van de tuber af te trekken. Het wordt lastiger als de klimmer vol in het touw hangt. In dat geval moet je de tuber kantelen. Hij verliest daarmee echter wel zijn blokkerende functie. Dus voordat je dat doet, moet je een back-up zekering (bijvoorbeeld een halve mastworp) in het zekertouw maken. Het kantelen kun je doen door een slingetje (of prusikje) aan het kleine oogje te hangen en dit slingetje door een hoger omlooppunt te halen. Je kunt dan iemand met de back-up zekering laten zakken.

Ontlasten van een ATC-Guide. Bron: Black Diamond

Als laatste: zo makkelijk als je binnen het touw op het plafond kunt leggen bij het nazekeren gaat dat in een multi-pitch niet. Als je geluk hebt sta je lekker op een plateautje en kun je daar je touw kwijt. Hang je echter in een hangrelais, zoals op de buitenwand, dan moet je het touw op een andere manier opbergen. Het makkelijkste is om het als het ware op te schieten over je eigen zelfzekering, waarbij je begint met lange lussen die naarmate je touw inhaalt steeds korter worden. Probeer het zo netjes mogelijk te doen. Je zit namelijk bij het zekeren van een voorklimmer niet te wachten op allerlei knopen in je touw.

Voorklimmer zekeren vanaf de standplaats

Er zijn verschillende manieren om een voorklimmer te zekeren vanaf de standplaats: net als vanaf de grond kan dit over het lichaam, maar je kunt ook direct over de standplaats zelf zekeren. Het zekeren over de standplaats heeft als grote voordeel dat de zekeraar zelf geen onderdeel is van de zekerketen (de klimmer valt in de standplaats en niet in de gordel van de zekeraar). Als je van tevoren weet dat je kop-over-kop klimt (dus een naklimmer klimt de volgende lengte voor) is een efficiente methode om met een halve mastworp zekeren, je hoeft dan namelijk niets te verhangen. Zeker je met een tuber, zorg dan dat je een dummy-runner hebt of het zekertouw met een extra karabiner omleidt totdat het eerste setje is geklipt, zodat je nooit met karabiner-knik komt te zekeren.

Als je over het lichaam zekert, moet je altijd een dummy-runner in hangen; het liefst 2 tegengestelde setjes of 1 schroefkarbiner in de hoogste haak van de standplaats. De dummy-runner zorgt ervoor dat de valfactor (zie volgende sectie) verkleind wordt en dat je als zekeraar altijd omhoog getrokken wordt en niet naar beneden. Met name bij het gebruik van een tuber is het van levensbelang dat er een dummy-runner wordt gebruikt. Zou je dat namelijk niet doen dan val je karabiner-knik, waarmee je onmogelijk een val kunt houden. Zorg er ook voor dat je zelfzekering voldoende lang is als je hangt zodat je ruimte hebt om omhoog getrokken te worden.

Of je over de standplaats moet zekeren hangt af van de situatie en je persoonlijke voorkeur/ervaring. Bij onervaren zekeraar is het aan te raden om over de standplaats te zekeren.

  Zekeren over het lichaam Zekeren over de standplaats
Alleen toepassen wanneer
  • De zekeraar ervaren is in het opvangen van vallen.
  • Er geen groot verschil in gewicht is tussen zekeraar en klimmer
  • Geen extreem verre vallen verwacht worden.
  • Standhaken 100% solide zijn en een plus-klip of dummy-runner mogelijk is
  • Eerste tussenzekering zich boven de standplaats bevindt en niet ernaast.
  • De zekeraar geen kans loopt om bij een grote val tegen obstakels (dak) te worden getrokken.
  • De zekeraar een voldoende lange zelfzekering kan maken. 
  • Geen beperkingen.
Voordelen
  • Mogelijk om veel nauwkeuriger te zekeren.
  • Er kan strakker geblokt worden - handig bij lastige passages
  • Zelfde zekerhandelingen als bij het sportklimmen.
  • Minder slack.
  • Kracht op tussenzekering bij val iets geringer
  • Zekeraar maakt geen deel uit van de zekeringsketen.
  • Gering risico de handeling over het touw te verliezen bij een val.
Nadelen
  • Zekeraar maakt deel uit van de zekerketen.
  • Groter risico om bij grote vallen de controle over het touw te verliezen.
  • Risico op letsel wannneer zekeraar bij val tegen de wand wordt getrokken.
  • Minder nauwkeuriger zekeren mogelijk.
  • Soepel opvangen van een val is lastig.
Let op dat
  • Zelfzekering minstens 1 meter lang maken.
  • Met dummy-runner of plus-klip zorgen dat er nooit een val direct op het zekerapparaat mogelijk is.
  • Bij zekeren met een tuberachtige extra karabiner in de standplaats hangen of dummy-runner gebruiken.
  • Weinig handkracht/ervaring in het houden van vallen? Dan is het aan te raden nauwsluitende handschoenen met stroeve palm te dragen.
Wanneer gebruiken
  • Als je heel precies wilt kunnen zekeren en geen extreme vallen verwacht. Bijvoorbeeld bij alpien sportklimmen.
  • Als de standplaats en/of tussenzekeringen niet 100% betrouwbaar zijn en verre vallen mogelijk zijn. Bijvoorbeeld bij alpien rotsklimmen of ijsklimmen.

Krachtenspel: vangstoot en valfactor

Als een voorklimmer een val maakt komen er verschillende krachten te staan op de standplaats, de tussenzekeringen, de zekeraar en de klimmer. De kracht die uiteindelijk op de klimmer wordt uitgeoefend noemen we de vangstoot, het is zaak om te zorgen dat deze zo klein mogelijk is. Er zijn grofweg twee factoren die de vangstoot bepalen: de vrije valhoogte en de remweg. De vrije valhoogte is alleen te verkleinen door meer tussenzekeringen te plaatsen. De remweg is op meerdere manieren te beïnvloeden (wrijving in het systeem en manier van zekeren) maar wordt voor een belangrijk gedeelte bepaald door de rek in het klimtouw: hoe meer rek in het touw hoe langer de remweg en hoe meer energie er wordt opgenomen. Dit laatste is ook de reden dat we klimmen met dynamische touwen in plaats van statische touwen. Tijdens een voorklimval kan slechts het uitgegeven touw uitrekken en de kracht opvangen, om de ernst van een (potentiële) voorklimval te bepalen is dan ook een zogenoemde valfactor ingesteld: dit is de ratio tussen de lengte van de val en de lengte van het uitgegeven touw. hoe lager de valfactor hoe beter. Hieronder staan twee voorbeelden van een voorklimval:

De valfactor in verschillende situaties maar met een zelfde vrije valhoogte. Bron: Petzl

In beide gevallen is de afstand tussen de tussenzekeringen steeds 2 meter en valt de klimmer net voordat hij een tussenzekering heeft ingeklipt, waardoor hij een vrije valhoogte heeft van 4 meter. In de eerste situatie heeft de klimmer al vier tussenzekeringen geklipt en is de lengte van het uitgegeven touw 10 meter, wat resulteerd in een valfactor van 4/10=0,4. In de tweede situatie heeft de klimmer echter nog geen tussenzekeringen geklipt en is de lengte van het uitgegeven touw slechts 2 meter, wat resulteerd in een valfactor van 4/2=2! Dit leidt tot een zeer grote kracht direct op de standplaats, wat goed te zien is in dit filmpje. Bron:Slings at Anchors from DMM Climbing on Vimeo.

Het is dus zaak om na het verlaten van de standplaats zo snel mogelijk een tussennzekering te klippen! Verder bestaat er nog een verschil tussen de theoretische valfactor zoals die hierboven wordt besproken en de daadwerkelijke valfactor in een echte situatie, als je touwverloop bijvoorbeeld erg slecht is kan het touw halverwege de zekerketen al zo klemmen dat de effectieve lengte die uitrekt kleiner is dan de totaal uitgegeven lengte. Daarnaast zal na iedere klimval een touw wat rek verliezen, waardoor na verloop van tijd de vangstoot groter zal worden.

Naast de valfactor is ook het gebruikte zekerapparaat van grote invloed op de optredende krachten. Hoe meer touw er door het zekerapparaat slipt tijdens de val, hoe zachter de val. Zie https://www.petzl.com/US/en/Sport/Influence-of-the-belay-device?ActivityName=Rock-climbing voor het verschil tussen een Grigri en een Reverso.

Dubbel- en tweelingtouw

Er zijn drie type klimtouwen die worden gebruikt in de klimsport, iedereen zal bekend zijn met enkeltouwen maar daarnaast bestaan er ook nog dubbeltouwen en tweelingtouwen.

V.l.n.r: enkeltouw, dubbeltouw, tweelingtouw. Bron: Mammut

Een dubbeltouw bestaat uit twee strengen, welke ook wel halftouwen worden genoemd (vandaar het (½)-symbool), die om en om in de zekerpunten geklipt worden. Dit heeft als grote voordeel dat bij routes waarvan de zekerpunten niet in een rechte lijn liggen het touwverloop vaak veel beter is dan bij een enkeltouw en verlengsetjes. Bovendien verbeterd dit ook de belastingsrichting op eigen plaatsingen en zorgt de tweede streng voor enige redundantie mocht die plaatsing uitbreken (voor meer info zie ook Trad klimmen). Daarnaast is het mogelijk om op iedere streng een naklimmer omhoog te zekeren, wat handig is als je met twee naklimmers klimt. Let wel op bij traverses en een autotuber (zie hierboven)! Tevens kan je de volledige lengte van het dubbeltouw gebruiken om mee te abseilen.

Een tweelingtouw bestaat ook uit twee strengen, echter mogen deze strengen nooit afzonderlijk gebruikt worden! Beide strengen worden dus samen door alle tussenzekeringen geklipt en er kan maar 1 naklimmer op nagezekerd worden. Het enige voordeel van een tweelingtouw t.o.v. een enkeltouw is redundantie bij beschadigingen aan het touw en de mogelijkheid om de volledige lengte van het touw te abseilen. Om die redenen worden tweelingtouwen ook eigenlijk alleen gebruikt bij het alpineren en zelden in het sportklimmen.

Gebruik met een dubbeltouw nooit dubbeltouwtechniek en tweelingtouwtechniek door elkaar! Als beide strengen door 1 zekerpunt lopen maar verschillend van elkaar belast worden zullen ze langs elkaar schuren en dat kan de touwen ernstig beschadigen! Klip desnoods twee setjes of een setje met twee karaniners in dezelfde haak.

UIAA certificering

Type Testmassa Max. vangstoot Aantal normvallen (F=1,77)
Enkeltouw (1 streng) 80 kg 12 kN 5
Halftouw (1 streng) 55 kg 8 kN 5
Tweelingtouw (2 strengen) 80 kg 12 kN 12

Hierboven staan de minimale eisen waaraan een bepaald type klimtouw moet voldoen. De maximale vangstoot is de kracht die mag optreden tijdens de eerste val, waarbij het touw niet meer dan 40% mag uitrekken. Het aantal normvallen is het aantal vallen wat een klimtouw moet kunnen houden voor het breekt.

Zoals te zien is worden halftouwen op een mindere belasting getest omdat ze in een andere situatie gebruikt worden, met een enkele streng halftouw mag je dus een naklimmer zekeren en eventueel mee topropen maar voorklimmen dus niet! De constructie van de klimtouwen is verder grotendeels hetzelfde; halftouwen zijn vaak dunner (8~9 mm) dan enkeltouwen (9~11 mm) en daardoor lichter maar minder sterk/slijtvast, een tweelingtouw is nog dunner (7.5~8.5 mm) maar twee strengen wegen ongeveer net zoveel als een zwaar enkeltouw. Wat voor type een klimtouw is staat altijd aangegeven op de markering, sommige touwen zullen dubbel of zelf tripel gecertificeerd zijn. Let er verder op of je zekerapparaat geschikt is voor het zekeren met dunnere touwen; hoe dunner het touw hoe minder wrijving, daarnaast kunnen dunne touwen langs elkaar schuiven tijdens het nazekeren met een autotuber.


Reddingstechnieken

zie ook de basis alpiene touwtechnieken van de NKBV

Er zijn verscheidene technieken om reddings- en/of hulpacties uit te voeren. Dit kan het helpen van een vermoeide klimmer inhouden, maar ook het optakelen van of het abseilen met een bewusteloze mede klimmer. Hieronder zullen verschillende takels in het kort worden behandeld. Echter is het kennen van de theorie geen garantie dat je ze ook (efficiënt) kunt uitvoeren, alleen door te oefenen krijg je ze echt onder de knie!

Fixeren van een zekerapparaat

Vaak is de eerste stap bij een reddingsactie je zekerapparaat te fixeren zodat je je handen vrij hebt om bijvoorbeeld een takel te bouwen. Vaak bestaat het fixeren van een zekerapparaat uit het leggen van een klemknoop (b.v. slipsteek) en een afbindknoop (b.v. zaksteek); er zijn uiteraard verschillende zekerapparaten, die niet allemaal op dezelfde wijze kunnen worden afgebonden. Het is te veel werk deze hier allemaal te behandelen, daarom behandelen we hier alleen de apparaten die bij de TSAC gebruikt worden. Voor andere zekeringsapparaten is het boek “Handboek touwtechnieken voor de bergsport” van R. Steenmeijer een aanrader.

Fixeren van een halve mastworp

Bron: bergundsteigen.at

Het fixeren van een halve mastworp kan als volgt worden gedaan:

  1. Zorg dat de halve mastworp is omgeslagen.
  2. Houd één hand om beide einden geklemd, tegen de HMS aan.
  3. Leg nu een slipsteek met een lange lus.
  4. Steek de lus door de HMS-karabiner en leg om beide touwen een zaksteek (met een ruime lus). Pas nu is de HMS geblokkeerd en mag het touw worden losgelaten!!!

Let er bij het leggen van de zaksteek op dat de knoop zo dicht mogelijk op de HMS zit, zodat niet het hele zaakje gaat schuiven en het slachtoffer alsnog en stuk zakt. Tevens is het belangrijk bij het losmaken van de knoop dat het touw goed wordt vastgehouden en er niet te veel touw door de HMS schiet. Waarschuw je naklimmer hiervoor.

Fixeren van een tuber (zekerend over het lichaam)

Afbinden van een tuber zekerend over het lichaam. Bron: VDiff.

Bij het afbinden van een tuberachtige wordt er eerst een lus, gemaakt van het zekertouw, van voren naar achteren door de karabiner gehaald (dus naar jezelf toe). Zo houdt het touw door de tuber wrijving. Houd hierbij het zekertouw altijd met minstens één hand goed goed vast! Vervolgens wordt in deze lus een slipsteek gelegd, net als bij het fixeren van de HMS. Boven deze slipsteek wordt vervolgens met dezelfde lus een zaksteek met een ruime lus. Pas nu is de tuber geblokkeerd en mag het touw worden losgelaten!!! Eventueel kun je in de lus nog een karabiner hangen en deze om het touw heen klippen, zo kan de zaksteek nooit doorslippen.

Takeltecknieken

Expressflaschenzug

Bron: bergundsteigen.at

Dit is een methode om een naklimmer door een moeilijk stukje heen te helpen.

Hierbij wordt een korte prusik aangelegd in het touw naar de klimmer. Daar wordt een karabiner ingehangen en daar wordt vervolgens het remtouw van de HMS doorgehaald. De halve mastworp moet wel blijven zitten!!!! Door nu aan dat touweinde te trekken is het mogelijk de klimmer te helpen. De klimmer moet echter wel zelf mee werken.

Let op: Wanneer de klimmer het moeilijke stukje voorbij is moet je zorgen dat het prusik touwtje niet in de HMS gaat lopen!! Of je houdt met je hand het touwtje weg van de HMS, of je haalt het touwtje weer weg, maar zorg dan dat je je klimmer informeert wat je gaat doen.

Seilrollenflaschenzug

Bron: bergundsteigen.at

Dit is een takel die gebruikt wordt om iemand op te takelen wanneer er nog maar weinig touw over is en het slachtoffer niet meer mee kan helpen met het omhoog komen. Dit is de meest efficiënte takel om een (niet meewerkend) slachtoffer omhoog te helpen.

  1. Fixeer de HMS.
  2. Leg een terugloopprusik met drie wikkels aan op het strakstaande touw en bevestig deze aan de standplaats met een aparte schroefkarabiner. Schuif de prusik zo ver mogelijk naar beneden totdat die strak staat en test of die hapt.
  3. Haal de fixeerknoop uit de HMS en laat je klimmer rustig in de prusik zakken, als de prusik houdt en de HMS is ontlast kun je de HMS-zekering verwijderen en het touw gewoon door de karabiner laten lopen. N.B. de terugloopprusik vormt nu je zekerketen, zorg ervoor dat die in een dichtgedraaide schroefkarabiner zit!
  4. Leg een tweede prusik aan op het strakstaande touw zoals bij een Expressflaschenzug, maak deze het liefst zo kort mogelijk. Hang hier een karabiner in en schuif hem zover omlaag dat je er nog net bijkunt.
  5. Maak nu een derde prusik vast aan de standplaats met effectief 2 maal de lengte van je terugloopprusik en hang hier ook weer een karabiner in.
    Let op! Als je deze prusik langer maakt dan loop je het risico dat je terugloopprusik tijdens het takelen tegen het omlooppunt komt en niet meer blokkeerd. Maak je hem te kort dan moet je onnodig veel slagen maken.
  6. Klip de lange prusik door de karabiner van je exprestakel. Klip het zekertouw door de karabiner van je lange prusik. De takel is nu klaar en er kan getakeld worden.

Afdaalmethodes

Het kan voorkomen dat je naar je naklimmer moet afdalen en vervolgens weer terug moet naar de standplaats. De makkelijkste manier is dan om je zekering af te binden en je resttouw te gebruiken om snel enkelstrengs ab te seilen. Hang dan je prusik boven je abseilapparaat, zodat je direct je apparaat hebt ontlast en meteen weer omhoog kunt prusikken. Alternatieve afdaalmethodes worden hieronder beschreven.

Selbstseilrolle

De selbstseilrolle wordt vooral gebruikt waneer er snel moet worden afgedaald en je maar weinig materiaal over hebt.. Dit kan het geval zijn wanneer het slachtoffer bewusteloos is, of wanneer hij niet meer helpen kan en er nog setjes tussen hem en de voorklimmer hangen, die er eerst uitgehaald moeten worden. Voor deze techniek mag de klimmer echter niet meer dan 1/4 van de lengte van het touw onder de standplaats hangen. Er is twee maal de lengte tot het slachtoffer nodig om bij hem te komen, echter hangt het slachtoffer ook al in één streng. Let dus goed op dat er genoeg touw over is om bij het slachtoffer te komen, anders moet er via het touw waar het slachtoffer aan hangt naar beneden geprusikt worden.

Voor het gebruiken van de selbstseilrolle kan de voorklimmer ingebonden blijven. Hij hangt een schroefkarabiner in de standplaats en haalt hier het touw doorheen. Aan het touw dat uit de karabiner loopt legt hij een korte prusik die vervolgens aan de inbindlus van de gordel wordt bevestigd. (Let op: Controleer of de prusik houdt!!!) Vervolgens wordt de zelfzekering losgemaakt en kan via een abseiltechniek, met de prusik als zekering, worden afgedaald.

Het naar boven gaan kan nu gemakkelijk door in het uiteinde onder de prusik een lust te maken en hier in te gaan staan. De prusik wordt dan ontlast en kan omhoog worden geschoven.

Prusikken

Wanneer er niet genoeg touw beschikbaar is voor een selbstseilrolle kun je ook gaan prusikken. Leg een korte prusik in het touw en maak deze vervolgens met een karabiner vast aan de inbindlus van de gordel (deze dient als zekering). Leg vervolgens een lange prusik in het touw, onder de korte prusik (dit is de voetlus). Maak de zelfzekeringsprusik zo lang dat je er wanneer je er in hangt nog net bij de prusikknoop kan komen. Door de prusiks nu om en om te belasten en vervolgens omhoog te verschuiven is een opwaartse beweging over het touw mogelijk.

Om te voorkomen dat je voet telkens uit de voetlus springt bij het omhoog gaan is de ankersteek om je voet een handige oplossing.

Selbstseilrolle Prusikken

Stabiliseren van een slachtoffer

Als je naklimmer bewusteloos is geraakt en ondersteboven hangt is het van belang dat je snel naar het slachtoffer afdaalt en hem zo snel mogelijk rechtop hangt. Dit kun je doen door een geïmproviseerde borstgordel te maken, hiervoor neem je een lange slinge die je een keer twist en je naklimmer als een soort jasje aantrekt. Vervolgens neem je de lussen samen met een karabiner en hang je die met een prusikje om het klimtouw.

Protocol bij calamiteiten

Hieronder volgt een zeer algemeen protocol in het geval van calamiteiten. Iedere situatie is anders, dus een strikt stappenplan is niet te geven. Zorg echter altijd dat je eigen veiligheid gewaarborgd is en dat je vlot en weloverwogen beslissingen neemt.

  1. Kom tot rust; neem geen overhaaste beslissingen, maar zorg dat je een goed overzicht van de situatie krijgt. Je eigen veiligheid is van primair belang; creëer geen extra casussen.
  2. Kun je omstanders om hulp vragen? Zij kunnen eventueel helpen met de redding, of de hulpdiensten voor je alarmeren.
  3. Geef direct EHBO bij levensbedreigende letsels (hevige bloedingen e.d.). Een bewusteloos slachtoffer dat in zijn gordel hangt is in direct levensgevaar doordat de bloedsomloop verstoord wordt.
    • Primair moet iemand gestabiliseerd worden wanneer hij op de kop hangt (i.v.m. bloedstroom naar het hoofd).
    • Ontlast vervolgens z.s.m. de benen van het slachtoffer; afknelling door de gordel is een serieuze beperking van de bloeddoorstroom en is zeer gevaarlijk (ook door ophoping van afvalstoffen in de benen). Kun je je slachtoffer naar een bandje, plateau, of de grond verplaatsen?
  4. Schakel de hulpdiensten (112, bergredding, ...) in; in ieder geval bij bewusteloosheid, hevige bloedingen, beenbreuken en ander ernstig letsel. Contact met hulpdiensten kost veel tijd, dus
    • probeer omstanders de hulpdiensten te laten inschakelen;
    • schakel de HKI of andere instructeurs in tijdens een TSAC weekend;
    • overweeg of je eerst zelf moet handelen alvorens te alarmeren (zoals bij een bewusteloos slachtoffer).
  5. Plan de rest van de redding:
    • blijf je wachten op de hulpdiensten?
    • moet je je verplaatsen om überhaupt door de hulpdiensten bereikt te kunnen worden?
    • kun je de redding zelfstandig met je klimpartner(s) uitvoeren?
  6. Voer je plan uit en houd betrokkenen op de hoogte. (Bijvoorbeeld: zorg dat iemand een auto haalt om je klimpartner met gebroken enkel naar het ziekenhuis te brengen.)

Meerdere lengtes abseilen met een gewonde op tegengewicht

Zowel een voorklimmer als een naklimmer kunnen gewond raken bij een ongeval. Het letsel bepaalt waar het slachtoffer nog wel toe in staat is en waar niet. Hieronder staat een stappenplan hoe een redder het slachtoffer kan verplaatsen. N.B. Slachtoffers die naar beneden moeten hoeven nooit eerst omhoog!

Abseilen stap 1 Abseilen stap 2 Abseilen stap 3
Abseilen stap 4 Abseilen stap 5 Abseilen stap 6

 

  1. Moet het slachtoffer naar beneden? Zo ja: ga naar stap 2. Zo nee: takel hem omhoog middels een Schweizer Flaschenzug of een Seilrollenflaschenzug.

  2. Is het slachtoffer zelf in staat om zich van de wand af te houden? Zo ja: ga naar stap 3. Zo nee: ga naar stap 5.

  3. Kun je hem (evt. middels touwverlengen) direct op de grond krijgen? Zo ja: laat hem dan zakken tot de grond en kom er zelf achteraan (desnoods over een gefixeerde enkele streng). Zo nee: ga naar stap 4.

  4. Laat hem zakken tot op de hoogte van de standplaats en laat hem daar een zelfzekering aanleggen zonder zich van het touw uit te binden. Kom er zelf abseilend op tegengewicht achteraan. Herhaal stappen 3 tot en met 4 zolang als nodig.

  5. Hangt je slachtoffer boven je? Zo ja: ga naar stap 6 (redden voorklimmer). Zo nee: ga naar stap 7 (redden naklimmer).

  6. Prusik op tegengewicht naar je slachtoffer toe. Zorg er daarbij voor dat het zekertouw niet meer vastzit aan de standplaats en zorg er altijd voor dat je vol in het touw blijft hangen (gebruik dus altijd de staprusik, ook in makkelijk terrein). Laat het liefst minstens 2 tussenzekeringen zitten. Ga door naar stap 8.

  7. Zorg voor een omlooppunt waar het touw in twee richtingen door kan lopen. Bij een halve mastworp ben je dus klaar (al geeft ’ie wel behoorlijk wat wrijving, dus je kunt overwegen om ook die eruit te halen). Een zelfblokkerend apparaat zul je eerst moeten vervangen door een schroefkarabiner als omlooppunt. De makkelijkste manier om een zelfblokkerend apparaat om te bouwen naar een omlooppunt is om een lange prusik aan te brengen aan het strakgespannen hoofdtouw (dus aan de kant van het slachtoffer). Hang die prusik door een omlooppunt (bijvoorbeeld je eigen zelfzekering) en ga op tegengewicht in de prusik hangen. Trek met lompe kracht eventjes het slachtoffer een stukje omhoog (aangezien je op tegengewicht hangt hoef je alleen de helft van de wrijvingskracht te overbruggen). Je blokkerende apparaat kun je nu losmaken en gelijk vastmaken als abseilapparaat. Het hoofdtouw laat je door een nieuw omlooppunt lopen. Zie ook het figuur "Abseilen stap 2".

    Voordat je kunt abseilen moet je de prusik weer ontlasten. Het simpelste is om je abseilapparaat zo strak mogelijk aan te trekken, de schroef van de prusik alvast open te draaien en vervolgens in een lus in het hoofdtouw te gaan staan. Je kunt nu de prusik van je gordel afhalen en in je abseil gaan hangen.

    De prusik ga je bij het slachtoffer weer nodig hebben. Je kunt hem dus naar beneden schuiven. Kom je onderweg echter nog veel tussenzekeringen tegen dan kost het te veel tijd om je prusik daarlangs te krijgen of om alle tussenzekeringen eruit te halen (wat zorgt voor schokken in het touw). In dat geval is het sneller om de prusik op te ruimen en bij het slachtoffer aangekomen die weer vast te knopen.

    Seil nu zelf enkelsstrengs op tegengewicht af naar het slachtoffer en ga door naar stap 8.

  8. Je hangt nu met z’n tweeën op tegengewicht naast elkaar, zoals in het figuur "Abseilen stap 3". Zet een bewusteloos slachtoffer gelijk bij aankomst rechtop (tegen de wand of tegen jezelf). Maak dan een borstgordel door middel van een lange schlinge. Heb je de keuze, kies dan het liefst een zo’n breed mogelijke nylon schlinge. Dit voorkomt namelijk het afknellen van de oksels. Beide armen gaan door de schlinge, waarbij de schlinge kruist op de rug. Het prettigst is om de schouders van het slachtoffer op dezelfde hoogte (dan wel ietsjes hoger) als de schouders van de redder te brengen.
    In overhangend terrein kun je het slachtoffer het makkelijkst voor je houden. Hang in dat geval de borstgordel m.b.v. een prusiktouwtje aan het hoofdtouw vast.

    In liggend terrein kun je het slachtoffer het best op je rug vervoeren aangezien je hem dan makkelijker van de rots kunt houden. In dit geval kun je het beste zelf bij de borstgordel inkruipen (zie het figuur "Abseilen stap 4"), waarbij het slachtoffer een soort rugzak vormt.

    Breng een lange prusik aan op het touw van het slachtoffer (in het geval je hem voor je vervoert: boven het kleine prusikje van z’n borstgordel) en bevestig dit aan je eigen inbindlus (in het geval van multi-pitch moet dit een schroefkarabiner zijn aangezien dit op de volgende standplaats jullie beider zekering zal worden). Met deze prusik trek je je slachtoffer met je mee.

    Kies je voor vervoer op de rug zorg er dan voor dat je de lange prusik zodanig schuift dat de beider schouders op dezelfde hoogte hangen, om het voor jullie beiden zo comfortabel mogelijk te maken. In het geschetste plaatje van het figuur "Abseilen stap 4" moet je dus de prusik nog iets omhoogschuiven om je slachtoffer op dezelfde hoogte te krijgen. Je voorkomt hiermee dat je het slachtoffer aan z’n oksels ophangt ofwel dat de redder hem aan z’n oksels omlaag moet trekken.

  9. Laat de combinatie simpelweg zakken door verder te gaan met abseilen.

  10. Kom je nu op de grond? Zo ja: leg het slachtoffer dan heel voorzichtig op z’n rug, daarbij z’n hoofd (die tot dan toe ingeklemd heeft gezeten in de borstgordel) ondersteunend om eventueel nekletsel niet te verergeren. Zo nee: ga door naar stap 11.

  11. De standplaatswissel is erg eenvoudig. Bij de standplaats aangekomen hang je een schroefkarabiner in de standplaats en klik je zowel het hoofdtouw als de trekprusik daarin. Door de schroefkarabiner lopen nu dus zowel het hoofdtouw als de lange prusik (zie het figuur "Abseilen Stap 5").

    Ga op tegengewicht in de prusik hangen om het hoofdtouw te ontlasten. Je kunt nu je abseilapparaat eruit halen, touw doorhalen en weer terug inhangen. Je bevindt je nu in de situatie zoals in het figuur "Abseilen stap 6" is afgebeeld. Om je lange prusik te ontlasten trek je eerst je abseilapparaat zo strak mogelijk. Vervolgens draai je de schroef van de lange prusik open en ga je in een touwlus in je hoofdtouw staan, zodat je de schoef van je gordel kun klikken. Nadat je de prusik uit het nieuwe omlooppunt hebt getrokken klik je hem weer aan je inbindlus. Herhaal stappen 9 tot en met 11 zo vaak als nodig.

(Pagina gewijzigd op .)